Mijn kind is doof

De fiets als metafoor voor tweetalig-biculturele ontwikkeling

Op de internationaal conferentie “Gebarentaal, gelijke kansen en duurzame ontwikkeling” gaf ook professor Patricia Shores-Hermann, of kortweg Patty Shores een presentatie. Ze had het over de metafoor van de fiets om na te denken over de taal- en identiteitsontwikkeling van dove kinderen. Wat hebben dove kinderen nodig om ‘vlot door het leven te kunnen fietsen’? Welke plaats hebben gebarentaal en de dovencultuur enerzijds en de gesproken taal en horende cultuur anderzijds hierin? En hoe staan deze in relatie met elkaar? Hoe komen ze samen in de identiteit van dove kinderen? Hieronder vinden jullie alvast een overzicht van wat wij onthouden hebben uit de lezing van professor Patty Shores.

 

Volgens Patty Shores staat elk wiel dus voor een gemeenschap met haar taal. Het staat symbool voor het leven, werken, leren met en van personen, hetgeen je je identiteit geeft en betekenis verleent aan je leven.

 

Het achterwiel van de fiets staat voor de Dovengemeenschap en de Vlaamse gebarentaal, omdat het de drijvende kracht is van de fiets. Ze redeneert dat een sterke basis in VGT en een stevige Dove identiteit dove kinderen inderdaad de kracht geeft en hun capaciteiten verhoogt om vlot door het leven te kunnen fietsen.

 

Hoewel het achterwiel de drijvende kracht is, is ook het voorwiel een belangrijk onderdeel van de fiets. Het staat meer op de voorgrond, moet altijd als eerste over de streep komen. Dit voorwiel staat voor de horende meerderheidscultuur, de maatschappij waarin we leven.

 

De manier waarop de twee pedalen, de versnellingen en de ketting samenwerken is heel belangrijk. Zij staan voor het complexe samenspel tussen alle cognitieve elementen: kennis, vaardigheden en toepassingen. De kinderen moeten deze elementen weten te combineren en op een stelselmatige manier weten in te zetten om het geheel, de fiets, vooruit te krijgen. Of hoe het kind dus zijn of haar taal en identiteit kan opbouwen tot een stevig instrument om mee door het leven te gaan.

 

Begrip, gevoeligheid en kennis worden hier gecombineerd, en wanneer dit succesvol gebeurt en de pedalen draaien, gaat de fiets vooruit en zien we effectieve resultaten, competentie in actie. Een goed draaiend systeem van pedalen en ketting zet dus het achterwiel in beweging wat op zijn beurt de hele fiets vooruit laat bollen. In deze metafoor krijgt gebarentaal en dovencultuur dus een heel belangrijke rol, als drijvende kracht voor de fiets. Als deze kracht, dus de gebarentaal en een sterke dove identiteit, vlot draait, wordt de fietser in staat gesteld grote vooruitgang te boeken. Vooruitgang in de horende maatschappij.

 

De versnellingen van de fiets staan hierbij voor de competentie van dove kinderen om leerresultaten toe te passen in afgebakende contexten (zoals je versnellingen kan aanpassen naar de context: lichter voor bergop, zwaarder voor bergaf). Deze competentie leren dove kinderen van dove volwassenen die Vlaamse Gebarentaal en Dovencultuur uit eerste hand kunnen doorgeven. Zij hebben de beste technieken in handen hebben om alle aspecten van Vlaamse Gebarentaal aan nieuwe leerlingen aan te leren en kunnen ook interpersoonlijke kenmerken en ethische waarden doorgeven:

  • sociale regels en organisationele aspecten
  • tips geven over hoe om te gaan met doof
  • zijn in een horende meerderheidscultuur
  • hoe evenwicht vinden tussen beide werelden
  • hoe ervoor zorgen dat beiden een kracht vormen voor elkaar en elkaar bevruchten.

 

De handvatten waarmee het kind stuurt tonen hoe het kind erin slaagt begrip, gevoeligheid en kennis te combineren en als leidraad te gebruiken om zich te oriënteren en de richting te kiezen voor het leven, de perspectieven te volgen die het wil, zelf de route te bepalen ‘door het leven te fietsen’.

 

Het kind moet ook zelf leren beslissen wanneer de remmen te gebruiken. Hier zien we de sociale en organisationele vaardigheden van het kind in actie. Kunnen remmen wanneer ze het gevoel hebben sneller te gaan dan ze willen, maar ook geleidelijk remmen en met de juiste rem, zodat je voorwiel bijvoorbeeld niet blokkeert waardoor je overkop gaat, of je achterwiel niet blokkeert waardoor je slip als je er niet in slaagt je evenwicht te houden. Het leren omgaan met de remmen zijn dus ook vaardigheden die kinderen van dove rolmodellen kunnen leren.

 

Het zadel van de fiets voorziet het kind van stabiliteit, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Het zijn de vaardigheden in verband met kennis, probleemoplossend denken en taalvaardigheden waarop het kind steunt, zit.

 

Het fietskader tenslotte staat voor de interpersoonlijke competentie van het kind: zijn of haar vaardigheden in communicatietechnieken, sociale interactie en samenwerking. Dit kader symboliseert de veerkracht en psycho-emotionele kenmerken. Het is het dragende gedeelte van de fiets. Veerkracht en psycho-emotionele elementen zijn nodig om de twee talen en culturen als een samenhangend systeem te dragen.

 

Als het kind dus de kans krijgt gebarentaal te ontwikkelen via dove rolmodellen, die meteen ook een bron van inspiratie zijn voor hoe om te gaan doof-zijn, met het leven als doof persoon in een horende meerderheidscultuur, met het opbouwen van een dove identiteit, kan het deze kennis en vaardigheden inzetten als drijvende kracht in het leven.

 

Het geeft het kind alles wat het nodig heeft om zelf het stuur van een stabiele fiets in handen te nemen, de eigen route uit te stippelen, rustend op een stabiel, betrouwbaar en duurzaam zadel. Zo helpen we de dove kinderen te ontwikkelen tot evenwichtige, zelfbewuste en veerkrachtige jongvolwassenen, die klaar zijn en zin hebben om zelf de verantwoordelijkheid op te nemen en eigen keuzes te maken.